Naar inhoud springen

Dag

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie Dag (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Dag.

Het woord dag kan een tijdsduur aanduiden, maar ook een tijdsinterval van die duur, beginnend om 0 uur.

Een dag als tijdsduur is de tijd die de aarde nodig heeft voor een (bij benadering) volledige omwenteling om de aardas, ten opzichte van een referentiepunt. Afhankelijk van het referentiepunt spreken we van een zonnedag of etmaal (ten opzichte van de zon), maansdag (ten opzichte van de maan) of siderische dag (ten opzichte van de sterren). Soms wordt met de term dag slechts de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang bedoeld, iets wat ook wel specifiek wordt aangeduid als dagduur. Een zonnedag duurt gemiddeld 24 uur. Een dag op basis van de klok duurt precies 24 uur.

Een dag als element van een cyclus is onder meer de weekdag (ook dag van de week genoemd), de dag van de maand en de dag van het jaar.

Een dag als tijdsinterval duurt 24 uur, begint om middernacht en bevat alle vier de dagdelen, te weten: nacht, ochtend, middag en avond. De term etmaal wordt ook vaak in deze betekenis gebruikt. In het dagelijks spraakgebruik wordt met 'dag' echter vaak alleen het deel van een etmaal bedoeld dat het licht is, bijvoorbeeld in uitdrukkingen als 'ik zwoeg dag en nacht'.

In zeer specialistische teksten wordt soms ook de van het Oudgrieks afgeleide term Nychthemeron (letterlijk 'nachtdag') gebruikt voor een volledige aardse omwenteling.

Binnen het Internationaal Stelsel van Eenheden (SI-stelsel) is de seconde de eenheid van tijd. Wel wordt de dag (in de zin van etmaal) in het SI erkend als een aanvullende eenheid die in combinatie met SI-eenheden gebruikt mag worden. De dag is in het stelsel gelijkgesteld aan 24 uur oftewel 86.400 seconden.

Het Internationaal Bureau voor Maten en Gewichten (BIPM) heeft de seconde in het SI gedefinieerd als de duur van 9.192.631.770 perioden van de straling die overeenkomt met de overgang tussen de twee hyperfijne energieniveaus van de grondtoestand van het cesium-133-atoom. Deze definitie is zo gekozen dat de bijbehorende tijdseenheid dag vrijwel gelijk is aan een zonnedag.

De duur van de dag is op basis hiervan gelijk aan 794.243.384.928.000 van zulke perioden.

Schrikkelseconde

[bewerken | brontekst bewerken]

Afhankelijk van de positieve of negatieve schrikkelseconde kan een dag een seconde meer of minder hebben. Schrikkelsecondes worden van tevoren aangekondigd door de International Earth Rotation and Reference Systems Service. Ze worden altijd ingevoegd aan het einde van een maand, op 30 juni of 31 december. De laatste minuut van zo'n dag duurt dan 61 seconden.

Zonne- en sterrendag

[bewerken | brontekst bewerken]

De zonnedag – de tijd tussen het weer even hoog aan de hemel staan van de zon – is langer dan de sterrendag: de tijd tussen het weer op dezelfde plaats staan van de sterren ten opzichte van de aarde. Het verschil bedraagt bijna 4 minuten (ongeveer 24 × 60 / 365 minuten). Dit komt doordat de aarde tijdens een omwenteling verder gereisd is in haar baan om de zon. Door de helling van de aardas en doordat de baan van de aarde niet precies cirkelvormig is maar elliptisch varieert de lengte van de zonnedag ook nog eens. Onder andere bij zonnewijzers moet rekening gehouden worden met deze tijdsvereffening. Het jaargemiddelde van deze aardse daglengte noemt men de middelbare zonnedag. De soortgelijke middelbare sterrendag bedraagt 23 uur, 56 minuten en 4,091 seconden.

Een iets stabielere definitie van de duur van een dag kan worden verkregen doordat het moment waarop de zon op een bepaalde plek de meridiaan passeert (dit is de noen of middernacht) als uitgangspunt wordt genomen. Dit moment hangt samen met de geografische lengte en in mindere mate de tijd van het jaar. De lengte van een dergelijke dag is 24 uur ±30 seconden, en deze tijd wordt gehanteerd in moderne zonnewijzers.

In weer een ander model wordt gewerkt met een denkbeeldige zon die met constante snelheid langs de hemelevenaar beweegt. Deze snelheid is een gemiddelde van de verschillende snelheden waarmee de aarde jaarlijks om de zon heen draait.

Variaties in de daglengte

[bewerken | brontekst bewerken]
De daglengte van 1974 tot 2005

De snelheid waarmee de aarde om haar as draait is niet constant, maar neemt over het algemeen heel langzaam af, als gevolg van de getijdenwerking van zowel de maan als de zon. De dag wordt dus steeds langer, en de toename bedraagt ongeveer 1,7 milliseconde per eeuw (een gemiddelde dat is berekend op basis van de laatste 2700 jaar). Warven wijzen erop dat zo'n 620 miljoen jaar geleden een etmaal slechts 21,9 uur lang was; er waren toen 400 dagen in een jaar.[1]

Daarnaast wisselt de omwentelingssnelheid van de aarde vaak van dag tot dag met de massaverdeling: krimpen de oceanen of de atmosfeer wat in door afkoeling, dan gaat de aarde wat sneller draaien als gevolg van de wet van behoud van impulsmoment. Dergelijke verschillen zijn met moderne tijdmeetmethoden goed waarneembaar. Om de klok gelijk te laten lopen met de middelbare zonnedag moet af en toe een schrikkelseconde ingelast worden.

In de Bijbel wordt het begrip "dag" geregeld metaforisch gebruikt. Zo wordt de dag soms gelijkgesteld aan een millennium of juist andersom (Psalmen 90:4, Tweede brief van Petrus 3:8) om te laten zien dat tijd voor God geen materieel karakter heeft. Sommige Bijbelverklaarders vatten dit echter letterlijker op, teneinde voorspellingen in boeken als Daniël en de Openbaring van Johannes te kunnen verklaren.

Begin van de dag

[bewerken | brontekst bewerken]

Officieel begint de dag om middernacht. Vaak worden enkele uren daarna nog tot de oude dag gerekend. Zo zal iemand die enkele uren na middernacht naar bed gaat de slaapperiode als scheiding tussen de dagen zien. Iets soortgelijks is van toepassing bij een onderbreking 's nachts van de dienstverlening (bijvoorbeeld bij het openbaar vervoer of een bioscoop): de onderbreking vormt dan de scheiding tussen de dagen.

Voor de geldigheid van vervoerbewijzen van de trein in Nederland (Nederlandse Spoorwegen en gedecentraliseerde treindiensten) worden overlappende dagen van 0.00 tot 4.00 uur de volgende dag gehanteerd. In België rekent de NMBS een dag als de tijd tussen twee nachtelijke onderbrekingen;[2] in dienstregelingtabellen staan treindiensten na middernacht, maar vóór de nachtelijke onderbreking, achteraan.

In de wetten van sommige landen, is het begrip dag vastgelegd. In de Nederlandse Wet geluidhinder is het bijvoorbeeld tussen 7.00 uur en 19.00 uur.

In de moderne tijd slapen mensen vaak één periode per etmaal. Behoudens pauzes en vrije dagen volgens een weekpatroon is er ook vaak één periode van school of werk. Ook openingstijden en dienstregelingen hebben vaak een dagpatroon (met ook weer afwijkingen volgens een weekpatroon), met een onderbreking in de nacht.

Dagen van de week

Maandag · Dinsdag · Woensdag · Donderdag · Vrijdag · Zaterdag · Zondag

  • (en) De lengte van een zonnedag